Gaat mijn kind via donor wel ‘eigen’ voelen?

Gaat mijn kind via donor wel ‘eigen’ voelen?

Ik voelde het warme en slijmerige hoopje mens- mijn pasgeboren eerste kind…- dat op mij werd gelegd en dacht verbaasd : ‘Tiens is dit em nou, is dit nou de baby?’ (deeuuhhh!)

Meteen daarna heb ik trouwens gevraagd of hij echt zo’n rare, grote neus had. Of dit toch niet zo zou blijven? Dat waren, eerlijk,  mijn eerste woorden toen ik hem zag.

Weinig idyllisch en lichtjes beschamend, bedenk ik mij achteraf. (noot: mocht je het je afvragen: hij heeft nog steeds een vrij grote neus, maar de opgezwollen boksersneus die hij toen had, was wel degelijk gewoon een gevolg van de geboorte, phieuw). Over de nogal ruim lijkende omvang van de delen onderaan, besloot ik maar wijselijk niks te vragen.

Voelde ik mij meteen innig verbonden met mijn zo lang betrachte kind? Nee dus. Totaal niet! (los van zijn raar uitziende neus) En dat vond ik écht raar. Want, had ik andere vrouwen niet altijd zeemzoet en lyrisch horen vertellen over hoe ze meteen helemaal tot in de toppen van hun tenen verliefd waren op hun kind, dat het meteen hélémaal van hun voelde?

Negen maanden lang had er een wezentje in mijn buik geleefd. Ik had het voelen groeien, ik had zijn eerste vederlichte schopjes gevoeld, daarna zijn gewroet en op het einde zijn keiharde porren. En daarmee had dat wezentje best al wel vertrouwd aangevoeld.

Maar na de geboorte lag daar plots het meest vreemde creatuur op mijn buik. Dat in niks vertrouwd leek. Was dit het wezentje dat in mijn buik had gezeten ? Het moést wel, het kon echt geen ander zijn.

Oh wat moest ik hard wennen aan mijn zoon. Ook al nam hij van de ene dag op de andere naadloos zijn plaatsje in ons gezin in en kon ik me niet meer inbeelden dat hij er de dag tevoren nog niet was geweest.

Maar hoe graag ik hem ook zag , de echte “klik” kwam er pas toen hij ongeveer twee maand oud was. Toevallig of niet op het moment dat hij begon door te slapen, waardoor ik niet langer de kenmerken vertoonde van een zombie. En vooral ook op het moment dat hij zijn eerste krampachtige lachjes begon te vertonen en dat aanvoelde alsof er plots veel meer interactie was. ‘Oef, kijk, hij heeft mij graag!‘, dacht ik opgelucht.

Sindsdien is mijn liefde voor hem en onze band alleen maar gegroeid. In elke levensfase beleven we samen weer andere dingen en groeit het weer. Ik weet dat dat proces nooit zal stoppen. Het is van de meest boeiende aspecten van het moederschap.

Zeven jaar later werd mijn jongste zoon geboren, via eiceldonatie, en gelukkig wist ik intussen: mijn gevoelens voor hem als hij geboren wordt, zijn wat ze zijn. Het komt allemaal in orde. En zo geschiedde…

 

Hoe zal mijn band met ‘dat kind’ precies voelen? Ik wil dat ‘dat kind’ meteen als eigen voelt. Wat als dat niet zo is?  Ga ik wel goed bonden met ‘dat kind’? Wat als dat niet zo is? Hoe zal dat allemaal verlopen?

Het zijn twijfels die ik vaak hoor van mijn klanten, vooral als ze voor de stap staan naar het moederschap via donorconceptie.

Met mijn eigen verhaal hierboven, wil ik aantonen dat je het bonden met je kind- genetisch eigen of niet- niet kan plannen of voorspellen. Het hoeft niet instant of perfect te lopen. Het hoeft niet te lopen zoals jouw vriendinnen het beschrijven. Het zal lopen hoe het loopt. Snel of traag. Maar lopen zal het. Echt, geloof me.

 

Mijn klanten zijn veelal vrouwen, die eerder rationeel, analytisch en planmatig zijn ingesteld. Dat komt hen goed van pas in hun dagelijkse leven en hun job, waarin ze behoorlijk succesvol zijn.

Herken jij dat ook, dat eerder rationele, analytische, planmatige?

Wanneer je dié houding doortrekt in je beslissingsproces over je kinderwens, loop je uiteindelijk muurvast. (en ik kan het weten)

Je kan alles wel kapot proberen te beredeneren, te plannen, te controleren, vast te grijpen, te voorspellen. Voorbeeld hiervan zijn de bovenstaande vragen over het bonden met je toekomstige kind.

Maar je gaat er niet uitkomen.

 

Zeg ik hiermee dat je je best gewoon blindelings stort in een beslissing om een kind te krijgen via donorconceptie? Hopla!

Nééééé, dat zeg ik niét. Dit soort angsten en twijfels zijn héél normaal, maar vragen wel jouw aandacht. Want ze zijn ruis op de lijn van jouw babyverlangen en ze- even een bold statement- verminderen daardoor je zwangerschapskansen.

Waar ik wel voor pleit, is om uit die analystische en planmatige houding te stappen en ook te gaan voélen. Waar zitten die twijfels? Wat voél je echt? Waar komt dat eigenlijk vandaan, wat maakt dat jij het daar lastig mee heb? Maar ook: durf je verlangen naar je kind voluit voelen, durf daar mee te connecteren.

Dat leidt tot een totaal andere, hoge energie. Waarin je weer enthousiasme en vertrouwen over je kinderwens begint te voelen. Door je gedachten en energie bewust positief te sturen, trek je ook positieve ervaringen aan. Dit is mijn diepe overtuiging, gebaseerd op mijn eigen kinderwens en jarenlange ervaring met klanten.

In mijn coachingtraject pakken we samen die cruciale missing link voor jouw zwangerschapskansen aan: jouw mindset en energie!

Interesse in dit coachingtraject? Elke week ga ik met 2 dames in gesprek in gratis 30 minuten matchgesprekken. Vul snel de intakevraagjes in als dit is wat jij wil.

 

Ja, ik wil graag een gratis matchgesprek.

 

 

 

Deel dit bericht:

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde Berichten

Welke stapels zie jij écht liggen?
Kies je op voluit voor het moederschap of niet? Doe je het NU, op een andere manier dan je het...
Lees meer...
Zo belangrijk zijn jouw genen
"Mijn kind via eiceldonatie is tegelijk een levenslange reminder aan het feit dat ik geen genetisch eigen kind heb gekregen."...
Lees meer...