Kelly (*) was single en zocht een bekende spermadonor om haar kinderwens alleen te vervullen.
Een fijne man uit haar omgeving, eveneens single, leek op het eerste zicht de perfecte donor.
Ook hij wilde immers kinderen en ze konden goed opschieten.
Na enkele gesprekken besloot ze er niet mee door te gaan.
Hij hoopte actief mee beslissingen te nemen tijdens het leven van het kind en zij voelde dat dat te ver ging.
Bovendien vreesde ze dat hij misschien ook te veel verwachtte van hun onderlinge relatie…
Myriam (*) en haar partner hadden een eiceldonor nodig om zwanger te worden.
Hun voorkeur ging uit naar een bekende donor.
Via een internetplatform kwamen ze in contact met een lesbisch koppel.
Ze onderzochten een constructie waarbij Myriam’s partner sperma zou donoren en één van de vrouwen van het koppel eicellen.
Uiteindelijk strandde de constructie: de vrouw liet weten dat ze het moeilijk zou hebben met het feit dat “haar kindje” ergens zou rondlopen en Myriam had het gevoel dat zij inderdaad niet het kind van die andere vrouw kon claimen…
Astrid’s (*) laatste kans op een zwangerschap was via embryodonatie, zowel een eiceldonor als een spermadonor dus.
Daarbij kwamen heel veel angsten naar boven.
Zo vroeg ze zich onder meer hardop af of het kind later niet naar zijn/ haar “ouders” op zoek zou gaan.
(*) ficitieve namen
Wat is de rode draad in deze drie verhalen?
Waar stopt het met stromen?
Ik leg het even uit vanuit een “systemische” kijk.
Een “systeem” is een geheel van mensen dat onlosmakelijk met mekaar verbonden is.
Willens nillens.
In een systeem heeft iedereen zijn eigen, unieke plek.
Iedereen verhoudt zich ten opzichte van de anderen in een bepaalde verhouding, een bepaalde hiërarchie.
Als mensen binnen het systeem niet op de juiste plek staan, dan klopt het systeem niet; dan is er onrust.
Concreet: ouder(s), kind(eren) en donor(en) vormen een systeem.
Ze zijn voor eeuwig met mekaar verbonden op een bepaalde manier, of ze dat nou willen of niet.
En…..- opgelet hier komt een belangrijke!- iedereen heeft zijn EIGEN plek in dit geheel.
De donor staat op de donorplek.
De ouder(s) staat(n) op de ouderplek.
In de verhalen hierboven dreigt de donor op de ouderplek te belanden.
Omdat de donor zichzelf daar zet.
En/of omdat de ouder de donor daar plaatst.
En de ouder staat- vooral in verhaal 1 en 3- (nog) niet stevig op zijn ouderplek.
Het systeem is niet in rust.
Het verhaal kan nooit stromen op deze manier.
Hoe stevig sta jij op jouw (toekomstige) ouderplek om te beginnen? En op welke plek staat de (toekomstige) donor(en)?
Ik doe met mijn klanten vaak een familieopstelling waarin we dit heel tastbaar en helder maken.
Die familieopstelling doét wat! Er shift iets! Ik zie het keer op keer gebeuren.
Ik ben er rotsvast van overtuigd dat jouw ‘golden key’ tot een zwangerschap niet alleen in je lichaam maar ook je energieveld ligt. Dat je je zwangerschapskansen exponentieel vergroot door in een positieve, hoge energie van vertrouwen te komen. Er gaat een wereld van mogelijkheden voor je open als je dit begrijpt.
In mijn coachingtraject pakken we deze sleutel voor jouw zwangerschapskansen- jouw mindset en energie- aan!
Resoneert deze? Laten we dan elkaar dan spreken in een gratis 30 minuten call.
Ja, ik wil graag een gratis matchgesprek.