Vlak na de geboortes van mijn zonen begon Jan En Alleman plots een uitzonderlijke interesse te vertonen in wat ik at en dronk. Niet zozeer vanuit hun bekommernis om mij wel te verstaan, oh nee. Wel om de baby. Want ik gaf hem borstvoeding. En dat maakte blijkbaar dat mijn eet-en drinkgewoonten ineens een zaak van algemeen belang waren.
Terwijl iedereen rondom mij dure champagne zat te leuteren ter ere van de baby- die ík er na 31 uren ‘arbeid’ had uitgeperst, nadat ík 9 maanden ellendig misselijk was geweest- drukten ze me expliciet op het hart dat ík niet mocht meedrinken.
Als de baby darmkrampjes had -of alleszins krijsend huilde waardoor iedereen er simpelweg vanuit ging dat hij krampjes had – keken ze onmiddellijk met een ruk naar mij: “Je eet toch niks pikants ? Of toch geen ajuin. Of kool. Of chocola. Of knoflook. Of sinaasappel. Je drinkt toch geen fruitsap. Of cola. Of bruiswater. Of alcohol. Of koffie. Je zou beter v-e-n-k-e-l-t-h-e-e drinken.” Altijd maar weer dat gezeur over die venkelthee zeg. Ik haat alles wat nog maar in de verste verte naar venkel smaakt. Dus ja, het was zonder enige twijfel mijn schuld dat hij krampjes had. Of bij uitbreiding: dat hij huilde. Oeoehhh. Mea culpa.
Oh, wat moest ik mij ongelooflijk bedwingen om geen super spicy Thaise of Indische maaltijd te gaan uithalen. Je weet wel, zo één met 3 vuurrode chillipepertjes achter de naam van het gerecht op de menukaart. Tom Yam of –nog beter – Chicken Vindaloo. Het gerecht waarvan de praatgrage Indiër van het restaurant hier om de hoek zelf zegt: “Oooooh, very spicy you know, ik kan niet eet”. En om daarbij een heerlijk glas champagne achterover te gieten. Als wraakactie op Jan En Alleman zijn enerverende gezeur over wat ik zoal at en dronk. (ik deed het niet voor alle duidelijkheid)
Het lijkt wel of heel de samenleving om een zwangere of net bevallen vrouw cirkelt en het probeert in de gaten te houden en te controleren. In het belang van het kind. “Machtshonger naar het centrum van het leven”, las ik daarover onlangs in een filosofisch boek over zwangerschap.
Het begint al vóór de zwangerschap. Want heeft niet de hele samenleving een mening over jouw kinderwens (op jouw leeftijd/ zonder partner/ in combinatie met die drukke job/ via donor(en)/ … ). In het belang van het kind.
Maar als puntje bij paaltje komt is het jouw lichaam waar je kind groeit. Jij zet het op de wereld. Is het dan niet logisch dat jij beslissingen neemt over die kinderwens en alles wat volgt? Jij in samenspraak met je eventuele partner. Maar zonder commentaren en bemoeienissen van Jan En Alleman. Zonder dat je je keuzes over je kinderwens moet verantwoorden. Zonder dat je daar iemand zijn fiat moet voor krijgen.
Te simplistisch? In elk geval merk ik bij klanten dat “de machtshonger naar het centrum van het leven”, de controlebehoefte van de samenleving over thema’s als kinderwens en zwangerschap, hen vaak serieus parten speelt.
Schrijver Paulo Coelho (grote fan van) zegt: “The more you love your own decisions, the less you need others to love them.”
Hoe blij word jij van je eigen beslissingen over je kinderwens? Want deze is zo belangrijk: dat jij je blij en enthousiast voelt over je kinderwens en je keuzes. En dat je de mening van anderen geen ruis op de lijn laat zijn.
Alleen dan kun je in die hoge energie komen waarin je vol vertrouwen vooruit kijkt. We zijn begrijpelijkerwijs zo gefocust op het medische en technische aspect van een fertiliteitstraject, dat we vergeten hoe krachtig onze mindset en energie zijn.
Jouw mindset en energie is hét missing piece voor jouw zwangerschapskansen dat we in mijn coachingtraject aanpakken.
Interesse? Dan praat ik graag met jou. Plan nu een gratis 30 minuten gesprek!